Bedrijfsblindheid start klein: met letters

Als we tegen elkaar praten, dan houden we het simpel. Maar wat gebeurt er als we woorden op papier zetten? Waarom worden het dan ineens zulke wollige zinnen?

De term bedrijfsblindheid kennen we vooral in de betekenis dat een bedrijf niet ziet welke kant de doelgroep op gaat. Denk aan fotogigant Kodak dat dacht: “Digitale foto’s? Nou dat zal wel loslopen”. Of V&D dat een webwinkel maar niets vond voor een warenhuis. De rest is geschiedenis.

Nu wil ik je geen depressie aanpraten, maar zo werkt het ook op kleine schaal. Zo klein als de letters op je beeldscherm.

Teksten die je zelf maakt, schrijf je automatisch zóveel moeilijker dan nodig. Niet moeilijk voor jezelf, maar wel voor je klant.

De gedachte van je klant na de eerste wollige alinea..

Oorzaken wollig taalgebruik

Het gebruik van moeilijk taalgebruik heeft verschillende oorzaken:

Vaak probeert men door moeilijke woorden intelligenter over te komen. Dat kan ook te maken hebben met een gebrek aan kennis over het onderwerp. Gek genoeg hebben we dan moeite om korte en makkelijke zinnen te gebruiken.

Soms heeft het te maken met schrijfervaring. Wanneer je wat vaker schrijft, ga je ook makkelijker schrijven. Je ontdekt dat korte zinnen makkelijker tot de kern van je verhaal komen. Met lange zinnen draai je al snel om de hete brij heen.

Jargon mag, mits functioneel

De grootste boosdoener voor wollig taalgebruik is natuurlijk jargon.

Deze kantoortaal is besmettelijk. Voordat je het weet praat je ook zo tegen je klant. Maar je klant is geen collega. Wanneer je jargon gebruikt, worden automatisch ook de rest van de zinnen onnodig moeilijk:  

“Onze state of the art oplossingen omvatten geavanceerde methoden voor optimale integratie van next-gen technologieën, waardoor we in staat zijn om real-time verwerkingsprestaties te maximaliseren en tegelijkertijd de footprint van onze implementaties te verkleinen.”

Jargon is prima, zolang het maar functioneel is. Termen als back-up, streaming, cloud, rvs, led en synchroniseren kent iedereen. Zolang je er precies mee kunt aangeven wat er mee wordt bedoeld, is jargon zelfs erg nuttig.

Vergeet dus niet dat jargon vaak alleen door experts wordt begrepen. Je (toekomstige) klant kan nieuw zijn in de branche. Als je een tekst hebt gemaakt om hem te informeren, dan mist dat zijn doel wanneer je je hebt laten verleiden door met vaktaal te strooien.

Hoe voorkom je bedrijfsblindheid in je teksten?

Vraag Anneke Administratie en Voorleesvriend Victor.

Laat een “buitenstaander” naar je tekst kijken. Dit kan ook een collega van een andere afdeling zijn. Die kijkt er met een andere bril naar.

Teksten worden vaak geschreven door een commerciële afdeling. Laat er dus iemand naar kijken die geen klantcontact heeft, bijvoorbeeld Anneke van de administratie. Het is een goede test om je tekst te controleren of deze toegankelijk genoeg is voor de niet-doorgewinterde klant.

Je klant is geen collega. Laat hem dus niet dwalen in lange zinnen vol met jargon.

Wat ook helpt, is het hardop voorlezen. De toon is dan duidelijker en je hebt sneller door of je struikelt over moeilijke woorden en lange zinnen.

Beter nog, laat het iemand anders voorlezen. Bijvoorbeeld de voorleesfunctie in Microsoft Word. Ik gebruik hem (of haar) voor elke lange tekst. Hij leest me nu dagelijks voor en dat schept een band. Ik heb hem zelfs een naam gegeven: Victor.

Victor heeft als voordeel dat hij de context niet weet en daardoor alles op dezelfde toon voorleest. Je hoort direct welke zinnen nog wat makkelijker kunnen.

Je vindt Victor de voorleesvriend in het menu “controleren”.

Ik stel je voor aan: Voorleesvriend Victor

Alles-in-één-controle: de copywriter

Last but not least; ik ben er natuurlijk ook voor je. Het is zonde als je hebt zitten zwoegen op je tekst, maar deze mist zijn doel omdat de klant er maar 30% van snapt.

Ik zal je tekst niet helemaal overhoophalen of herschrijven (tenzij je dat wilt), maar ik kan als “buitenstaander” meerdere punten tegelijk controleren.

Ik check ook of de tekst dezelfde toon heeft als de rest van de website. Het is belangrijk dat een bedrijf in elk type communicatie dezelfde toon spreekt naar zijn klant toe. Dit zorgt voor herkenbaarheid en vertrouwen.

Als je op elke pagina een tekst met een andere toon tegenkomt, dan valt je mond soms open. “Wie praat er nu weer tegen me?

Naast de leesbaarheid let ik ook op de juiste opbouw en de structuur. Zo is de tekst ook makkelijk voor het oog te “scannen”. Dit helpt ook Google om je blog makkelijker te vinden.

Plan je content ruim vooruit. Dan kun je een paar blogs tegelijk bij mij over de schutting gooien. Dat is makkelijk, duurt niet lang en is zeker niet duur. Zo zetten we samen de puntjes op de i.

Je eigen teksten schrijven is het moeilijkste wat er is. Even lekker snel een documentje volratelen over alles wat je weet, en klaar is Kees.

Met een persoonlijk blog is dat zo gedaan. Maar met teksten voor een bedrijfswebsite is dat toch andere koek. Jargon en wollig taalgebruik sluipen in de tekst. Bedrijfsblindheid ligt op de loer! Laat daarom altijd een buitenstaander je teksten checken.